1.2 Kernbegrippen

Leerdoelen

Doel 1: Leerling kent de begrippen waarden, normen, belang, en macht

Doel 2: Leerling kan een onderscheid maken van waarden en belangen

Doel 3: Leerling kan verschillende machtmiddelen noemen

Kernbegrippen

Voordat we verder gaan naar de ander thema’s er zijn een aantal kernbegrippen bij het maatschappijleer die heel belangrijk zijn. Deze kernbegrippen zal je terug vinden in de andere thema’s als we verder gaan, daarom is het belangrijk dat je ze goed kent.

Kernbegrippen:

1.     Waarden en Normen

2.     Belangen

3.     Macht

Waarden en normen

Niet iedereen is hetzelfde. De ene begon met roken sinds zijn 13^de verjaardag, en de andere vindt het slecht voor het gezondheid dus ze gaat het nooit doen. Dit heeft te maken met waarden, de principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven. Voorbeelden van waarden zijn gezondheid, vrijheid, eerlijkheid en vriendschap.

Bij elke waarden behoren altijd een aantal normen. Bijvoorbeeld als je het waarde vriendschap belangrijk vindt, zul je een goede vriend beschermen en voor hem of haar opkomen. Je verwacht dat die vriend bij jou doet. Je norm is: ‘een echte vriend nooit in de steek laten’. Normen zijn regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen.

Sommige waarden en normen gelden voor de hele samenleving of een hele groep mensen. Sommige regels zijn zo belangrijk dat ze staan geschreven in de wet, bijvoorbeerld je mag niet stelen. Er zijn ook ongeschreven regels die toch heel belangrijk vinden, dit noemen we fatsoensnormen.

             Belangen

Belang: het voordeel dat je ergens van hebt. Bijvoorbeeld je heb belang om goede  cijfers te halen en altijd op tijd naar de lessen te gaan. Maar misschien hebben andere leerlingen tegengestelde belangen. Je noemt dit een belangentegenstelling, het belang van de een botst met het belang van de andere. Bij veel maatschappelijke problemen kom je belangtegenstellingen tegen. 

     Macht